Sopron, een wijngebied van ong. 4300ha, ligt aan de oevers van Neusiedlersee, op de grens met Oostenrijk. De zomers zijn er koeler dan in de rest van Hongarije en de winters milder. De bodem bestaat er vooral uit bruine bosgrond, löss, zand en kalk. Voordat de phylloxera (druifluis) genadeloos toesloeg in Sopron, stond de regio vooral bekend om zijn zoete wijnen. Onder invloed van Neusiedlersee ontstonden er ideale omstandigheden voor de botrytis schimmel (edele rotting). Nu is Sopron een van de meest dynamische regio’s van Noord Transdanubië, en wordt tegenwoordig zelfs de ‘de Hoofdstad van de Kékfrankos’ genoemd.